Hoe onderhoud ik mijn wasmachine?

1. Wasmachine regelmatig reinigen

Zorg ervoor dat je je wasmachine toch één keer per maand een schoonmaakbeurt geeft. Reinig hierbij zeker de trommel, de manchetrand, het zeepbakje en de filter. Hoe je dit het beste aanpakt lees je op de pagina wasmachine reinigen.

2. Kies het juiste wasmiddel

Het is een goede keuze om af te wisselen in het soort wasmiddel dat je gebruikt in je wasmachine. Vloeibaar wasmiddel lost veel beter op dan waspoeder bijvoorbeeld. Als er wasmiddel achterblijft in je toestel kan dit vetluis veroorzaken. Hierdoor kan je wasgoed minder fris ruiken of vlekken krijgen. In het algemeen is het aan te raden om voor programma’s op lage temperaturen (30 of 40 graden) vloeibaar wasmiddel te gebruiken en voor programma’s op hogere temperaturen (60 of 90 graden) waspoeder.

Als je het passende wasmiddel gekozen hebt, is het zeer belangrijk om de juiste hoeveelheid te gebruiken. Heel vaak wordt er met te veel wasmiddel gewassen. Dit is eerst en vooral duurder maar ook heel slecht voor je wasmachine. Hierdoor ontstaat er te veel schuimvorming wat op z’n beurt vetluis kan veroorzaken. Gebruik altijd de hoeveelheid die door de fabrikant wordt aangeraden.

3. Wasmachine ontkalken

Door een combinatie van hitte, water en kalkdeeltjes kan er kalkaanslag ontstaan in je wasmachine. Dit zorgt voor slijtage aan je wasgoed en is ook heel schadelijk voor je toestel zelf. Geen nood! Kalkaanslag is eenvoudig te vermijden of op te lossen. Hoe je dit het beste aanpakt lees je op de pagina wasmachine ontkalken.

4. Gebruik waszakjes

Het is geen fabeltje dat sokken in je wasmachine kunnen verdwijnen. Als ze terechtkomen in de ruimte tussen het rubber en de trommel zie je ze niet meer terug en verteren ze uiteindelijk. Dat is niet goed voor je wasmachine. Het is aan te raden om zaken zoals sokken altijd in een apart waszakje te stoppen.

5. Wasmachine en doseerbakje open laten

Wat je na elke wasbeurt alvast kan doen, is de deur van je wasmachine open laten om te verluchten. Ook als je wasmachine niet aan het draaien is, laat je best de deur open. Dit zorgt ervoor dat het rubber minder snel vergaat en het toestel langer meegaat. Ook muffe geurtjes hebben hierdoor minder kans om te blijven hangen. Ook het doseerbakje laat je best na elke wasbeurt even open staan zodat deze kan drogen.

6. Manchetrand reinigen

Een goede gewoonte is om de manchetrand (grijze rubberen band) na elke wasbeurt even schoon te maken. Dit doe je gemakkelijk met wat wc-papier of keukenpapier. Dit voorkomt dat deze vuil wordt en je wasmachine dus in het algemeen schoner blijft.